VNG en BOVAG willen geen verder uitstel van zero-emissie zones

Samen met ondernemers uit de sector, werken het Rijk, gemeenten en de sector sinds 2014 (met het ondertekenen van de landelijke Green Deal Zero Emission Stadslogistiek) nauw samen om voorbereidingen te treffen richting nul emissie vanaf 2025. Het is daarbij van belang dat ondernemers op tijd duidelijkheid hebben om als overheid betrouwbaar te zijn en zodat ondernemers zich goed kunnen voorbereiden, stelt VNG in een position paper.

In 2020/2021 zijn in de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek de uitgangspunten voor de ZE-zones in overleg met belanghebbende partijen bepaald. Deze uitvoeringsagenda is breed ondertekend door overheden en door belangenorganisaties zoals TLN, RAI Vereniging, MKB-infra, Techniek Nederland, BOVAG, Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra en Evofenedex.

Consensus over aanpak

De kracht van de aanpak ligt in het brede consensus over de implementatie, route en tijdlijn van Zero Emission stadslogistiek in 30 tot 40 grote gemeenten. Dit sluit aan bij de bredere transitie waar de mobiliteitssector voor staat in het kader van het verminderen van uitstoot. De vastgestelde doelen hebben al geleid tot ontwikkelingen op de markt, zoals meer beschikbare elektrische voertuigen. Bovendien wordt elektrisch rijden steeds betaalbaarder en blijken de maatschappelijke kosten en baten positief uit te vallen. Gemeenten zijn actief bezig met het opzetten van laadinfrastructuur. Zelfs in situaties van netcongestie slagen ze er vrijwel altijd in om samen met ondernemers tot oplossingen te komen.

Een uitgebreid scala aan overgangsregelingen en ontheffingen maakt de uitrol van Zero Emissie (ZE) zones haalbaar en uitvoerbaar voor ondernemers. De gemeenten streven naar een gezamenlijke aanpak, maar ze erkennen ook de uitdagingen waarmee ondernemers worden geconfronteerd. Daarom zijn er diverse landelijke overgangsregelingen, vrijstellingen en ontheffingen.

Gemeenten bieden lokaal maatwerk

Gemeenten hanteren een aanpak op maat op lokaal niveau. Zoals bij elke ingrijpende verandering, zijn er uitdagingen om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Deze uitdagingen worden door verschillende partijen, waaronder delen van de sector, ondernemersverenigingen en inwoners, aangekaart tijdens lokale besluitvormingsprocessen. Gemeenten nemen deze input serieus en houden hier rekening mee in hun lokale beleid voor vergunningen en ontheffingen, evenals in hun communicatie, stelt VNG

Veel grote en middelgrote steden hebben 'logistiek adviseurs' (makelaars) in dienst. Deze adviseurs gaan in gesprek met ondernemers, vooral het midden- en kleinbedrijf (MKB) en zelfstandigen zonder personeel (ZZP'ers) over subsidiemogelijkheden, fiscale regelingen, en om Total Cost of Ownership (TCO) berekeningen uit te voeren. Daarnaast verstrekken ze advies over de technische mogelijkheden en innovaties van elektrische voertuigen, zoals trekkracht, laadvermogen en actieradius.

In de praktijk blijkt steeds vaker dat elektrische bestelwagens in de meeste gevallen een positievere TCO hebben dan voertuigen die op fossiele brandstoffen rijden, zelfs als de aanschafprijs hoger ligt. Over het algemeen worden deze gesprekken door (lokale) ondernemers als waardevol beschouwd, omdat ze bruikbare informatie bieden waarmee de ondernemer aan de slag kan. Het is daarom van essentieel belang om ondernemers eenduidig en volledig te informeren, stelt VNG.

Aanbevelingen VNG aan Tweede Kamer

VNG wil geen uitstel en daarmee onduidelijkheid voor ondernemers, oneerlijke concurrentie en mogelijke faillissementen. Gemeenten gaan voortvarend verder met de voorbereidingen voor de invoering van ZE-zones en duidelijkheid bieden aan ondernemers. Eventueel uitstel is nadelig voor de ondernemers in onze gemeenten, die er belang bij hebben om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de regels waar zij zich aan moeten houden en vanwege de zones al investeringen in uitstootvrije voertuigen en in nieuwe dienstverleningsconcepten hebben gedaan.

Duidelijkheid en het vasthouden aan het eerder afgesproken tijdspad is essentieel om een gelijk speelveld te behouden en niet ondernemers te benadelen die nu aan het investeren en anticiperen zijn op de invoering van de ZE-zone, stelt VNG. Denk hierbij aan ondernemers die investeren in uitstootvrije voertuigen voor hun wagenpark of in specifieke nul-emissie diensten zoals cityhubs, fietskoeriers of bundelaars. Bij eventueel uitstel kunnen deze nieuwe dienstverleners/start-ups failliet gaan.

1. Zorg voor harmonisatie van verkeersborden

Om ondernemers te wijzen op de ZE-zone worden op straat verkeersborden geplaatst. Het streven is om deze verkeersborden landelijk te harmoniseren, zodat een lappendeken aan verschillende gemeentelijke verkeersborden wordt voorkomen. Eind vorig jaar heeft uw Kamer de benodigde RVV-wijziging van verkeersborden controversieel verklaard (het ‘Ontwerpbesluit wijziging RVV nul-emissiezone taxi en nieuw verkeersbord milieuzone en nul-emissiezone’). Het effect van de controversieel verklaring is nu dat gemeenten ieder een eigen oplossing moeten zoeken om tijdig de juiste bebording te plaatsen.

Om ervoor te zorgen dat gemeenten op tijd de juiste verkeersborden kunnen bestellen en plaatsen, is het nodig dat de controversieel verklaring van de RVV-wijzing wordt herzien en alsnog door de Kamer wordt behandeld. Wachten op een nieuw kabinet biedt ons én vooral ondernemers te weinig zekerheid en schept onduidelijkheid.

2. Regierol voor het Rijk voor geharmoniseerde invoering

Gemeenten en ondernemers staan vanaf 2025 pas aan het begin van de invoering van ZE-zones. Het invoeren van de uitstootvrije zones en de ontheffingsverlening ligt weliswaar bij de gemeenten, maar voor de harmonisatie en de voortgang van de transitie is het belangrijk dat het Rijk een duidelijke regierol pakt. Zo kan het Rijk gemeenten verder ondersteunen bij de invoering en doorontwikkeling van uniforme ZE-zones. Ook dat bevordert de duidelijkheid voor ondernemers die in verschillende gemeenten opereren.

BOVAG: bedrijven hebben meer steun nodig

BOVAG vertegenwoordigt als brancheverenging ondernemers in de mobiliteitssector. In hun position paper schrijft BOVAG dat bedrijven investeringen vaak jaren vooruit doen. Steeds veranderend beleid maakt dat ondernemers huiverig zijn om de benodigde investeringen in schone voertuigen te doen. Als ze wél hebben geïnvesteerd, blijkt dat achteraf soms door veranderend beleid in hun nadeel. Daarnaast is geharmoniseerde regelgeving nodig voor draagvlak én draagt het bij aan het tijdig, eenvoudig en toegankelijk bekendmaken van de geldende uitzonderingen en ontheffingen bij alle betrokkenen. Ondernemers die landelijk opereren zien anders door de bomen het bos niet meer.

BOVAG roept op om vast te houden aan de huidige afspraken van de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek rondom invoering en uitbreiding van de zero-emissiezones en de huidige vrijstellingen en ontheffingen voor voertuigen. Voeg geen nieuwe algemene ontheffingen of uitzonderingen toe. BOVAG roept ook op om te kiezen voor centraal beleid voor alle gemeenten en voorkom lokale verschillen. Dat wil zeggen dat alle gemeenten dezelfde spelregels hanteren, alle ontheffingen en vrijstellingen via het centraal loket verlopen en dat de landelijke overheid hier streng op toe ziet na de introductiedatum van 1 januari 2025.

Daarnaast roept de BOVAG overheden op om zelf het goede voorbeeld te geven en de eigen wagenparken ook op tijd te verduurzamen en bij aanbestedingen en opdrachten emissievrije voertuigen te verlangen.

De BOVAG heeft zorgen over de laadinfrastructuur en pleit ervoor de hardheidsclausule uit te breiden naar een gebrek aan adequate laadinfrastructuur. Ondernemers die door netcongestie, niet-geschikte laadplekken of een gebrek aan netcapaciteit hun ZE-voertuigen niet kunnen laden (passend bij hun bedrijfsvoering) hebben recht op een ontheffing. En vraagt om bedrijven te ondersteunen bij het nemen van mitigerende maatregelen.

Om te zorgen dat iedereen de transitie naar duurzame mobiliteit kan maken is het belangrijk dat het ook financieel binnen ieders bereik is. Het is goed dat voor ondernemers voor wie dat nog niet direct mogelijk is ontheffingsmogelijkheden zijn, maar het zou natuurlijk nog beter zijn als het ook voor mkb’ers door middel van subsidie mogelijk wordt gemaakt om deze dure maar noodzakelijke overstap te maken. Daarvoor zegt BOVAG dat de de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto's (SEBA) langer door moet gaan.

BOVAG wil dat er vooruitlopend op de herziening van de vierde Europese rijbewijsrichtlijn, een structurele oplossing voor (nieuwe) elektrische bestelauto’s die vanwege hun zware batterijpakket nu als vrachtwagen worden geclassificeerd. In het huidige wagenpark gaat dit om bijna duizend voertuigen. Ook de nieuwverkoop van dit zware segment bestelauto’s staat onder druk omdat ondernemers niet weten hoe dit gaat uitpakken voor nieuw aan te schaffen voertuigen.

Tweede kamer praat verder op 15 mei

Op 15 mei praat de Tweede Kamer in een rondetafelgesprek over zero emissie zones. Deelnemers zijn VNG, BOVAG, RAI Vereniging, Natuur en Milieu, Transport en Logistiek Nederland TLN, Stichting ONL voor ondernemers, MKB Nederland, Centrale vereniging ambulante handel, Kappa Koeriers en Ondernemersvereniging Citycentrum Zwolle.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>